Hans Asperger was een Oostenrijkse kinderarts en psychiater en leefde van 1906 tot 1980. Hij is vooral bekend vanwege zijn bijdragen aan het begrip van autisme. In de jaren 40 beschreef Asperger een groep kinderen met wat later bekend werd als het syndroom van Asperger, een vorm van autisme.
Asperger zag kinderen met beperkte sociale vaardigheden, beperkte interesses en onhandige motoriek. Hij zegt dat deze kinderen een uniek patroon van kenmerken vertonen, waaronder een goede taalontwikkeling en intellectuele capaciteiten, maar ook beperkingen in de sociale interactie en communicatie. Hij beschreef deze conditie als "autistische psychopathie" (autistisch = "zelf", psyche = "geest" en pathos = "lijden" of "ziekte").en legde de nadruk op de individuele verschillen en sterke punten van deze kinderen.
De term "syndroom van Asperger" werd later geïntroduceerd door de Britse psychiater Lorna Wing in 1981, om het specifieke profiel van deze kinderen te duiden. Het syndroom van Asperger werd uiteindelijk opgenomen in de diagnostische criteria van autisme, zoals beschreven in de DSM-4 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, vierde editie). In de DSM-5 wordt het syndroom van Asperger niet meer gebruikt, maar wordt in meer algemene termen over autisme gesproken als een spectrum stoornis.
Hans Asperger is de basis
Het werk van Hans Asperger heeft bijgedragen aan een beter begrip van autisme en heeft geholpen bij het onderscheiden van verschillende subtypen binnen het autismespectrum. Zijn onderzoek heeft de basis gelegd voor verdere studies en heeft bijgedragen aan het vergroten van de erkenning en het begrip van autisme wereldwijd. Enkele belangrijke bijdragen zijn:
Het herkennen van autisme als een spectrum: Asperger erkende dat autisme zich manifesteert op een rasspectrum, variërend van ernstige beperkingen in de sociale interactie en communicatie tot relatief milde aandoeningen. Hij volgt de individuele verschillen en de variabiliteit van kenmerken binnen de autistische groep.
Nadruk op sterke punten en vaardigheden: Asperger beschreef dat kinderen met wat later bekend werd als het syndroom van Asperger vaak verspreide intellectuele capaciteiten en specifieke interesses hadden. Hij heeft waarschijnlijk het belang van het leren en stimuleren van de sterke punten van deze kinderen, wat heeft bijgedragen aan een positievere benadering van autisme.
Sociale en communicatieve beperkingen: Asperger legt de nadruk op de problemen in sociale interactie en communicatie bij kinderen met autisme. Hij beschreef bijvoorbeeld de moeite die ze hadden met het begrijpen van non-verbale signalen, het aangaan van vriendschappen en het onderhouden van sociale situaties.
Langdurige impact op volwassen: Asperger besefte dat de kenmerken van autisme niet beperkt waren tot de kindertijd, maar dat ze een levenslange invloed op het leven hadden. Hij observeerde dat deze kinderen waarschijnlijk problemen ondervonden bij het aangaan van relaties, het vinden van werk en het zelfstandig functioneren als volwassenen.
Hoewel sommige van zijn ideeën en observaties door de jaren heen zijn geëvolueerd, heeft Hans Asperger een waardevolle bijdrage geleverd aan ons begrip van autisme en bij het herkennen en diagnosticeren van mensen binnen het autismespectrum.
Comments