Autisme en dyscalculie zijn twee verschillende aandoeningen die soms samen kunnen voorkomen. Beide kunnen invloed hebben op hoe een kind leert en met schoolse taken omgaat. Dit artikel legt uit wat deze aandoeningen zijn, hoe ze elkaar kunnen beïnvloeden, en wat je kunt doen om een kind te helpen dat met beide worstelt.
Dyscalculie is een leerstoornis die invloed heeft op de rekenvaardigheden van een kind. Het betekent letterlijk ‘niet kunnen berekenen’. Kinderen met dyscalculie hebben grote moeite met rekenen, ook al hebben ze genoeg onderwijs gekregen en zijn ze slim. Ze vinden het moeilijk om basisvaardigheden zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen snel en zonder veel moeite toe te passen.
Autisme is een ontwikkelingsstoornis die invloed heeft op de manier waarop iemand denkt, communiceert en zich gedraagt. Kinderen met autisme kunnen moeite hebben met sociale interacties, communicatie en vaak ook met veranderingen in hun routine. Ze hebben misschien sterke voorkeuren voor bepaalde routines en kunnen het moeilijk vinden om van de ene taak naar de andere over te schakelen.
Hoewel dyscalculie en autisme verschillende aandoeningen zijn, kunnen ze elkaar beïnvloeden door hun gezamenlijke impact op het begrijpen van abstracte concepten. Dyscalculie richt zich specifiek op rekenproblemen, waardoor het moeilijk is voor kinderen om abstracte rekenschema's en wiskundige principes te begrijpen. Aan de andere kant heeft autisme bredere uitdagingen, zoals moeite met sociale regels, communicatie en aanpassing aan veranderingen. Beide aandoeningen kunnen de verwerking van abstracte informatie bemoeilijken: dyscalculie maakt het lastig om wiskundige abstracties te doorgronden, terwijl autisme de flexibiliteit in denken kan belemmeren die nodig is om abstracte concepten in verschillende contexten toe te passen. Hierdoor kunnen kinderen met beide aandoeningen extra moeite hebben met het begrijpen en toepassen van complexe ideeën en structuren.
Kinderen met autisme hebben vaak een sterke voorkeur voor vaste structuren en routinematige benaderingen, wat hen helpt om de wereld om hen heen te begrijpen en te beheersen. Dyscalculie kan echter leiden tot problemen met structuur en volgorde bij rekenopdrachten, zoals het moeilijk vinden om stappen in een rekenprocedure correct te volgen. Wanneer beide aandoeningen samenkomen, kan het extra uitdagend zijn voor een kind met autisme om zich aan te passen aan de veranderingen en flexibele benaderingen die nodig zijn voor het oplossen van rekenproblemen. Dit kan leiden tot grotere moeilijkheden bij het begrijpen en toepassen van nieuwe rekenstrategieën, wat de leerervaring nog complexer maakt.
Kinderen met autisme hebben vaak een gemengd cognitief profiel, waarbij ze sterke en zwakke punten naast elkaar vertonen. Dit betekent dat ze in sommige gebieden uitblinken, terwijl ze op andere gebieden moeilijkheden ervaren. Wanneer een kind met autisme ook dyscalculie heeft, kan dit het rekenonderwijs extra uitdagend maken. Dyscalculie verergert de problemen met rekenen door specifieke moeilijkheden met getallen en berekeningen, terwijl de bestaande sterke en zwakke punten van het kind door autisme al een variabel leerpatroon vertonen. Deze combinatie kan ervoor zorgen dat het kind nog meer worstelt met het ontwikkelen van rekenvaardigheden en het doorgronden van abstracte wiskundige concepten, wat de noodzaak voor op maat gemaakte en doordachte ondersteuning benadrukt.
Het herkennen van dyscalculie bij kinderen met autisme kan lastig zijn vanwege de overlappende symptomen en variabele presentatie van beide aandoeningen. Een van de eerste tekenen om op te letten is moeite met basisrekenen. Kinderen met dyscalculie kunnen aanzienlijke problemen ondervinden bij eenvoudige sommen zoals 5 plus 4 of 15 min 7. Ze hebben mogelijk de neiging om lang op hun vingers te tellen of maken veel fouten bij simpele berekeningen. Dit kan vooral opvallend zijn als hun leeftijdsgenoten deze basisvaardigheden al moeiteloos beheersen. Deze moeite met basisrekenen kan worden verergerd door de bijkomende uitdagingen van autisme, zoals een voorkeur voor routinematige benaderingen die niet altijd passen bij de flexibiliteit die nodig is voor rekenen.
Daarnaast kunnen kinderen met autisme en dyscalculie problemen ervaren met de volgorde en strategieën bij rekenopdrachten. Het kind kan moeite hebben met het volgen van de juiste volgorde van stappen bij een rekenprobleem en heeft mogelijk geen verbanden kunnen leggen tussen de huidige opgave en eerder opgedane kennis. Deze problemen met structuur en het aanpassen aan nieuwe rekenstrategieën kunnen extra complex worden voor een kind met autisme, dat vaak moeite heeft met veranderingen en een voorkeur heeft voor voorspelbaarheid en routine. Het niet kunnen volgen van een systematische aanpak kan de moeilijkheden bij het rekenen verder verergeren.
Verder kunnen algemene leerproblemen bij kinderen met autisme en dyscalculie een rol spelen bij het herkennen van dyscalculie. Kinderen met deze leerstoornissen kunnen trager werken, moeite hebben met het volgen van instructies, en problemen ervaren bij het controleren en verbeteren van hun eigen werk. Ze kunnen ook moeite hebben met het begrijpen van de essentie van een opdracht en hebben mogelijk minder flexibiliteit in hun aanpak. Deze algemene leerproblemen kunnen bijdragen aan een bredere uitdaging in het onderwijs, waarbij specifieke rekenproblemen moeilijk te onderscheiden zijn van andere leer- en ontwikkelingsproblemen. Het is belangrijk om een holistische benadering te hanteren bij het observeren en evalueren van een kind dat zowel autisme als dyscalculie vertoont.
Als je denkt dat een kind dyscalculie en/of autisme heeft, is het belangrijk om hulp te zoeken. Hier zijn enkele stappen die je kunt nemen:
Professionele Evaluatie: Laat een specialist, zoals een orthopedagoog of psycholoog, een uitgebreide evaluatie uitvoeren. Dit kan helpen om te begrijpen of dyscalculie, autisme, of een combinatie van beide een rol speelt.
Gerichte Ondersteuning: Kinderen met dyscalculie kunnen baat hebben bij extra oefeningen en hulpmiddelen zoals aangepaste werkbladen, visuele schema's, en extra tijd bij toetsen. Voor kinderen met autisme kan het nuttig zijn om structuur en voorspelbaarheid te bieden in de rekenlessen.
Hulpmiddelen en Aanpassingen: Overweeg het gebruik van hulpmiddelen zoals een rekenmachine of visuele hulpmiddelen om het rekenproces te vergemakkelijken. Duidelijke en gestructureerde instructies kunnen ook helpen.
Samenwerking met School: Werk samen met de leraren en het zorgteam op school om een ondersteuningsplan op te stellen dat rekening houdt met de specifieke behoeften van het kind.
Emotionele Ondersteuning: Kinderen met dyscalculie en autisme kunnen last hebben van faalangst of andere emotionele problemen. Zorg voor een ondersteunende en positieve leeromgeving waarin het kind zich veilig voelt om fouten te maken en te leren.
Het combineren van dyscalculie en autisme kan extra uitdagingen met zich meebrengen, maar met de juiste ondersteuning en aanpak kunnen kinderen deze moeilijkheden overwinnen. Door goed te begrijpen wat elk van deze aandoeningen inhoudt en door samen te werken met professionals, kun je ervoor zorgen dat het kind de hulp krijgt die het nodig heeft om succesvol te zijn op school en daarbuiten.
Comentarios