top of page
Werken met handicap

FAQ

  • Wat zijn pragmatische communicatieve elementen?
    Wie? Pragmatische communicatieve elementen zijn relevant voor iedereen, maar hebben bijzondere betekenis voor mensen met autisme. Begeleiders, leraren, therapeuten en familieleden moeten vaak extra aandacht besteden aan deze aspecten om communicatiebarrières te doorbreken en effectievere interacties te ondersteunen. Wat? Pragmatische communicatieve elementen verwijzen naar de sociale aspecten van communicatie. Ze omvatten vaardigheden zoals beurtwisseling, oogcontact, non-verbale signalen en empathie, die essentieel zijn voor effectieve en soepele gesprekken. Waar? Deze elementen spelen overal een rol: thuis, op school, op het werk en in sociale kringen. Ze zijn universeel belangrijk in elke situatie waar communicatie plaatsvindt. Wanneer? Pragmatische communicatieve elementen zijn altijd in het spel tijdens gesprekken. Ze beïnvloeden continu de dynamiek van communicatie en helpen bij het overbrengen van boodschappen op een sociaal passende manier. Hoe? Beurtwisseling: Mensen met autisme kunnen moeite hebben met het herkennen van de juiste momenten om te spreken of te luisteren. Dit kan resulteren in het niet op hun beurt wachten of onverwachts het gesprek overnemen. Oogcontact: Veel mensen met autisme vinden het lastig om oogcontact te maken en te onderhouden, wat in veel culturen als een belangrijk sociaal signaal wordt gezien. Non-verbale signalen: Het begrijpen en gebruiken van non-verbale signalen, zoals gezichtsuitdrukkingen, lichaamsstaal en gebaren, kan een uitdaging zijn voor mensen met autisme. Empathie en contextgevoeligheid: Het begrijpen van de emoties en behoeften van anderen in een sociale context kan moeilijk zijn voor mensen met autisme.
  • Wat is diagnostisch onderzoek?
    Wie : Diagnostisch onderzoek wordt uitgevoerd door specialisten, zoals psychologen, psychiaters van kinderartsen, die ervaring hebben met het herkennen en diagnosticeren van autismespectrumstoornis (ASS). Het is bedoeld voor individuen bij wie een vermoeden van autisme bestaat. Wat : Dit proces omvat het diepgaand onderzoeken van het gedrag, de ontwikkeling en het sociaal functioneren van een individu om de kenmerken van autisme aanwezig te bepalen. Hierbij wordt gekeken naar hoe iemand communiceert, omgaat met anderen en zich gedraagt ​​in verschillende situaties. Waar : Het onderzoek vindt vaak plaats in gespecialiseerde klinieken, ziekenhuizen of diagnostische centra, waar de juiste expertise en hulpmiddelen beschikbaar zijn. Wanneer : Het diagnostische proces begint meestal wanneer ouders, verzorgers of leraren zorgen hebben over het gedrag van de ontwikkeling van een soort, of wanneer een volwassene zelf vermoedt dat hij of zij autisme heeft. Dit kan op elke leeftijd gebeuren, hoewel het vaak begint in de vroege kinderjaren. Hoe : Het proces begint met een uitgebreide anamnese, waarin informatie wordt verzameld over de ontwikkelingsgeschiedenis, medische geschiedenis, gedragspatronen en familiegeschiedenis van het individu. Observaties, gedragsvragenlijsten en soms zelfs gesprekken met familieleden of leraren worden gebruikt om een ​​volledig beeld te krijgen. De specialist haalt deze informatie met de diagnostische criteria voor ASS om de diagnose te stellen.
  • Wat is autisme?
    Wie : Autisme kan voorkomen bij iedereen, gelijkwaardig geslacht, leeftijd of achtergrond. Het is een neurologische ontwikkelingsstoornis, wat betekent dat het vanaf de geboorte aanwezig is. Mensen met autisme denken en ervaren de wereld anders. Wat : Autisme, of autismespectrumstoornis (ASS), beïnvloed hoe iemand communiceert, omgaat met anderen, en zich gedraagt. Het is een spectrum, wat betekent dat de symptomen en moeilijkheden per persoon sterk kunnen verschillen. hebben intensieve begeleiding nodig, terwijl anderen relatief zelfstandig kunnen leven. Waar : Autisme komt wereldwijd voor. verbouwde cultuur of omgeving, kunnen mensen autisme hebben. Hoe dan ook wordt omgegaan, kan per land van gemeenschap verschillen. Wanneer : Autisme is aangeboren, dus het is aanwezig vanaf de geboorte. Vaak wordt het begrepen in de vroege kinderjaren, vooral als een soort moeite met communicatie of sociale interactie. De diagnose kan echter ook op latere leeftijd worden gesteld. Hoe : Autisme wordt veroorzaakt door verschillen in de hersenontwikkeling, hoewel de exacte oorzaken nog niet volledig worden begrepen. Erfelijkheid speelt een grote rol. Autisme wordt vaak geïdentificeerd met behulp van observaties, vragenlijsten en gesprekken met specialisten, zoals psychologen van psychiaters. Lees meer
  • Wat is asperger?
    Wie : Asperger werd vroeger gediagnosticeerd bij mensen die moeite hadden met sociale interactie en communicatie, maar verder een normale taalontwikkeling en intelligentie hadden. Dit subtype werd vaak gezien bij kinderen en volwassenen. Wat : Asperger-syndroom was een vorm van autisme waarbij mensen vooral problemen hadden met sociale interactie, het begrijpen van non-verbale signalen en rigide gedragingen. Ze hadden vaak normale of hoge intelligentie en ontwikkelde hun taalvaardigheden zonder significante vertragingen. Waar : Asperger werd wereldwijd gediagnosticeerd, maar de term werd vooral in westerse landen gebruikt binnen diagnostische richtlijnen zoals de DSM-IV. Sinds de DSM-5 (2013) wordt Asperger niet meer als aparte diagnose gebruikt, maar als onderdeel van het bredere autismespectrum. Wanneer : Asperger werd voor 2013 vaak apart gediagnosticeerd, maar zinvol wordt het beschouwd als onderdeel van autismespectrumstoornis (ASS). De verschillen tussen Asperger en andere vormen van autisme worden nu gezien als variaties binnen hetzelfde spectrum. Hoe : De diagnose Asperger werd gesteld op basis van observaties van gedrag en sociale interactie, waarbij taalontwikkeling en intelligentie normaal waren. Gebruik tegenwoordig specialisten de bredere term ASS, waarbij ze het individuele profiel van sterke en krachtige punten van een persoon in kaart brengen. Lees meer
  • Wat is dwanggedrag?
    Wie : Dwangedrag komt voor bij sommige mensen met autisme, maar het is ook een kenmerk van mensen met een obsessief-compulsieve stoornis (OCS). Beide groepen kunnen last hebben van rigide, herhaalde gedragingen. Wat : Dwangedrag, ook bekend als obsessief-compulsief gedrag, bestaat uit obsessies (hardnekkige, onnodige gedachten) en compulsies (herhaalde handelingen om die gedachten te verminderen). Bij mensen met autisme kan dit zich uiten in repetitief gedrag, zoals het herhalen van dezelfde handelingen van routines. Waar : Dwangedrag kan in allerlei situaties voorkomen, zoals thuis, op school of op het werk. Het kan gaan om mentale dwanghandelingen, zoals constante tellen in gedachten, maar ook fysieke handelingen, zoals herhaaldelijk handen wassen. Wanneer : Dit gedrag kan doorgaan met specifieke momenten, vooral in situaties van stress of angst. Mensen met autisme vertonen vaak dwangedrag wanneer hun behoefte aan structuur verstoord wordt of wanneer ze zich overweldigd voelen. Hoe : Dwangedrag komt voort uit de noodzaak om controle te hebben over hun omgeving van gedachten. Bij autisme kunnen repetitieve handelingen comfortabelstellend zijn, terwijl bij OCS de compulsies dienen om de obsessies tijdelijk te verminderen. Behandeling, zoals therapie, kan helpen met dit gedrag om te gaan.
  • Wat is contextblindheid?
    Wie : Contextblindheid komt vaak voor bij mensen met autisme. Het beïnvloed hoe zij sociale situaties begrijpen en erop reageren. Wat : Contextblindheid betekent dat iemand moeite heeft om de bredere sociale en communicatieve context van een situatie te begrijpen. Dit kan zich uiten in problemen met het uitgebreide van non-verbale signalen, zoals gezichtsuitdrukkingen of lichaamsstaal. Ook figuurlijk taalgebruik, sarcasme of indirecte communicatie kan lastig zijn. Waar : Contextblindheid kan op verschillende plekken en in allerlei sociale situaties voorkomen, zoals op school, op het werk, tijdens sociale bijeenkomsten of zelfs in dagelijkse interacties met vrienden en familie. Wanneer : Mensen met contextblindheid kunnen hier op elk moment laatste van hebben, vooral in situaties waarin sociale verwachtingen of onbewuste signalen een rol spelen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren tijdens een gesprek, een grap of wanneer impliciete sociale regels belangrijk zijn. Hoe : Mensen met contextblindheid nemen informatie vaak letterlijk, zonder de verborgen betekenis van sociale signalen op te pikken. Dit kan leiden tot onverwachte of passende reacties in sociale situaties. Ze hebben vaak baat bij duidelijke, directe communicatie en ondersteuning om sociale normen en contexten beter te begrijpen. Lees meer: https://www.dehit.nl/post/de-hit-autismeportaal-boekenkast-autisme-en-het-voorspellende-brein
  • Wat is centrale coherentie?
    Wie : Centrale coherentie is een cognitieve vaardigheid die iedereen heeft, maar bij mensen met autisme werkt het vaak anders. Zij hebben meer moeite met het verbinden van losse informatie tot een groter geheel. Wat : Centrale coherentie gaat over hoe mensen informatie verwerken. Normaal gesproken verbindende mensen verschillende stukjes informatie om het grotere geheel te begrijpen, zoals bij het kijken naar een film of het volgen van een gesprek. Mensen met autisme hebben soms moeite om de verbindingen te maken, waardoor ze eerder details zien dan het geheel. Waar : Deze manier van informatieverwerking speelt overal waar iemand met informatie krijgt: thuis, op school, op het werk, of in sociale situaties. Wanneer : Problemen met centrale coherentie kunnen altijd optreden wanneer iemand met autisme informatie moet verwerken. Dit kan in dagelijkse activiteiten, zoals het volgen van een verhaal of het begrijpen van sociale situaties. Hoe : Bij mensen met autisme is de focus vaak meer gericht op details in plaats van het grotere plaatje. Dit kan invloed hebben op uw begrip van complexe situaties. Ondersteuning, zoals duidelijke uitleg en structuur, kan helpen om informatie overzichtelijker te maken. Lees meer
  • Wat zijn executieve functies?
    Wie : Executive functies zijn belangrijk voor iedereen, maar bij sommige mensen met autisme kunnen deze vaardigheden minder effectief werken, wat voor uitdagingen kunnen zorgen in het dagelijks leven. Wat : Uitvoerende functies zijn mentale vaardigheden die helpen bij het plannen, plannen, prioriteren, en voltooien van genomen. Ze stellen ons in staat om ons gedrag te controleren, doelen te stellen en flexibel te reageren op veranderingen. Bij mensen met autisme kunnen deze functies minder sterk ontwikkeld zijn, wat leidt tot problemen met bijvoorbeeld het organiseren van werk, het volgen van stappen in een taak of het aanpassen aan veranderingen. Waar : Deze moeilijkheden kunnen zich op verschillende plekken voordoen, zoals thuis, op school of op het werk. Over het algemeen waar planning, taakverdeling en probleemoplossend vermogen nodig zijn, kunnen mensen met autisme hindernissen ervaren door belemmerde uitvoerende functies. Wanneer : Uitdagingen met uitvoerende functies kunnen blijvend aanwezig zijn, maar vaak duidelijker worden wanneer complex of ongestructureerde taken moeten worden uitgevoerd, zoals het plannen van een project en het omgaan met onverwachte situaties. Hoe : Mensen met autisme kunnen hulp nodig hebben om hun uitvoerende functies te versterken. Dit kan door het aanbieden van extra structuur, het gebruiken van checklists, het aanleren van tijdmanagementstrategieën en door eenvoudige stappenplannen. Met ondersteuning kunnen ze beter omgaan met de eisen van plannen, organiseren en uitvoeren. Lees meer
  • Wat zijn paralinguïstische communicatieve elementen?
    Wie? Paralinguïstische communicatieve elementen zijn relevant voor iedereen, maar ze spelen een bijzondere rol in het leven van mensen met autisme. Therapeuten, opvoeders, en familieleden van mensen met autisme moeten vaak extra aandacht besteden aan deze aspecten van communicatie om effectieve interactie te ondersteunen. Wat? Paralinguïstische communicatieve elementen hebben betrekking op hoe iets wordt gezegd, onafhankelijk van de woorden zelf. Dit omvat aspecten zoals toon en intonatie, volume en snelheid van spreken, evenals pauzes en het ritme van gesprekken. Waar? Deze elementen zijn overal van toepassing: thuis, op school, op het werk en in sociale situaties. Ze zijn essentieel in elke context waarin communicatie plaatsvindt. Wanneer? Paralinguïstische elementen spelen altijd een rol in communicatie. Ze zijn voortdurend aanwezig in gesprekken en kunnen de betekenis en interpretatie van gesproken woorden sterk beïnvloeden. Hoe? Toon en intonatie: Mensen met autisme kunnen moeite hebben met het begrijpen van de subtiele veranderingen in toon en intonatie die emoties en intenties in spraak overbrengen. Dit kan het herkennen van sarcasme of humor moeilijk maken. Volume en snelheid: Sommige mensen met autisme spreken heel langzaam of juist heel snel, wat communicatie voor anderen lastig kan maken. Pauzes en ritme: Het begrijpen van het ritme van een gesprek kan voor mensen met autisme een uitdaging zijn. Dit kan leiden tot moeilijkheden bij het inschatten van wanneer ze moeten reageren. Het begrijpen en rekening houden met deze paralinguïstische elementen kan de communicatie met mensen met autisme verbeteren en hen helpen om zich meer verbonden en begrepen te voelen in gesprekken. Dit vergt geduld en bewustzijn van de unieke manier waarop zij de wereld ervaren.
  • Wat zijn adaptieve vaardigheden?
    Wie? Adaptieve vaardigheden zijn van cruciaal belang voor iedereen, maar ze spelen een bijzondere rol voor mensen met autisme. Begeleiders, opvoeders en therapeuten richten zich vaak op het versterken van deze vaardigheden om hun cliënten te helpen een onafhankelijk en volwaardig leven te leiden. Wat? "Adaptieve vaardigheden", ook wel alledaagse levensvaardigheden genoemd, verwijzen naar de capaciteiten die mensen nodig hebben om zelfstandig te functioneren in hun dagelijkse leven. Deze vaardigheden omvatten persoonlijke verzorging, communicatie, sociale interactie, zelfredzaamheid, en de flexibiliteit om taken uit te voeren die noodzakelijk zijn om te overleven en te gedijen in de maatschappij. Waar? Deze vaardigheden zijn overal nodig: thuis, op school, op het werk en in sociale omgevingen. Ze zijn universeel toepasbaar en essentieel voor het dagelijks functioneren in verschillende contexten. Wanneer? Het ontwikkelen van adaptieve vaardigheden begint in de vroege kinderjaren en gaat door tot in de volwassenheid. Voor mensen met autisme is het versterken van deze vaardigheden vaak een continu proces dat zich aanpast aan hun veranderende behoeften en levensfasen. Hoe? Het versterken van adaptieve vaardigheden gebeurt vaak door middel van gestructureerde interventies en begeleiding. Dit kan ambulant plaatsvinden, waarbij professionals regelmatig contact hebben met de persoon in diens eigen omgeving. Technieken kunnen variëren van directe instructie en oefening tot het gebruik van hulpmiddelen en technologieën om zelfstandig functioneren te ondersteunen. Adaptieve vaardigheden zijn dus niet alleen de bouwstenen voor onafhankelijkheid, maar vormen ook de basis voor het verbeteren van de levenskwaliteit van mensen met autisme. Het doel is om hen te helpen gedijen en volledig deel te nemen aan de samenleving.
  • Wat is idiosyncratische betekenisgeving?
    Wie? Mensen met autisme zijn degenen die vaak unieke of eigenzinnige betekenissen geven aan bepaalde zaken. Hun individuele manier van waarnemen en begrijpen van de wereld zorgt ervoor dat zij woorden, objecten en situaties anders duiden dan mensen zonder autisme. Wat? Idiosyncratische betekenisgeving verwijst naar deze unieke en persoonlijke interpretaties. Het betekent dat iemand met autisme bepaalde dingen op een manier ziet die uniek is voor hen, vaak gebaseerd op hun eigen ervaringen, voorkeuren en emoties. Waar? Dit fenomeen kan overal voorkomen: thuis, op school, op het werk, en in elke andere context waar mensen met autisme zich bevinden. Hun unieke betekenissen kunnen betrekking hebben op alledaagse voorwerpen, kleuren, woorden en situaties. Wanneer? Idiosyncratische betekenisgeving vindt plaats op elk moment in het dagelijks leven van iemand met autisme. Het is een constant proces van persoonlijke interpretatie en betekenisgeving dat hen helpt de wereld om hen heen te begrijpen. Hoe? Deze unieke betekenisgeving komt voort uit hun individuele manier van waarnemen en begrijpen. Stel je bijvoorbeeld voor dat iemand met autisme de kleur geel erg aantrekkelijk vindt. Voor deze persoon kan geel geassocieerd worden met gevoelens van geluk, rust of positieve herinneringen, terwijl anderen de kleur simpelweg als een willekeurige kleur zien. Deze persoonlijke en unieke interpretatie van kleur en de bijbehorende emoties zijn typische voorbeelden van idiosyncratische betekenisgeving. Idiosyncratische betekenisgeving biedt een fascinerende blik op hoe mensen met autisme de wereld om hen heen ervaren. Het benadrukt het belang van begrip en respect voor hun unieke perspectieven en helpt ons beter in te zien hoe divers en rijk de menselijke ervaring kan zijn.
  • Wat is basisrust?
    Wie : Basisrust is vooral belangrijk voor mensen met autisme. Deze groep heeft vaak een sterke behoefte aan een rustige en voorspelbare omgeving om goed te functioneren. Wat : Basisrust betekent het creëren van een kalme, gestructureerde en voorspelbare omgeving. Het doel is om prikkels en stressoren te verminderen, zodat iemand met autisme zich meer op zijn of haar gemak voelt. Waar : Basisrust kan op verschillende plekken worden gecreëerd, zoals thuis, op het werk, op school of in andere sociale situaties. Over het algemeen waar iemand met autisme zich bevindt, kan een rustige omgeving helpen. Wanneer : De behoefte aan basisrust is meestal continu aanwezig. Dit betekent dat het belangrijk is om altijd te zorgen voor een veroorzaakte en rustige omgeving, omdat onverwachte veranderingen of overprikkelende stress kunnen veroorzaken. Hoe : Basisrust wordt bereikt door te zorgen voor voorspelbaarheid, duidelijke routines, weinig prikkels (zoals harde geluiden of fel licht) en het vermijden van onverwachte veranderingen. Ook het duidelijk communiceren van wat er gebeurt, kan bijdragen aan deze roest. Lees meer
  • Wat is een burn-out?
    Wie : Mensen met autisme (ASS) hebben een kans op burn-out, maar een burn-out kan iedereen treffen, vooral bij langdurige stress. Bij autisme komt het vaker voor door prikkelgevoeligheid en intensieve informatieverwerking. Wat : Een burn-out is een toestand van lichamelijke en mentale uitputting, veroorzaakt door extreme vermoeidheid, cynisme, en laag zelfvertrouwen. Het is geen officiële diagnose zoals autisme, maar valt onder aanpassingsstoornissen in de DSM-5. Symptomen zijn onder meer slaapproblemen, concentratieverlies, prikkelbaarheid, somberheid, en soms angstklachten. Waar : Een burn-out kan ontstaan ​​in situaties van langdurige stress, bijvoorbeeld op het werk, maar ook door dagelijkse overbelasting. Voor mensen met autisme kunnen sociale interacties en omgevingen met veel prikkels extra belastend zijn. Wanneer : Mensen met autisme kunnen eerder last krijgen van een burn-out door hun gevoeligheid voor overprikkeling en stress. Dit kan zich ontwikkelen na een periode van aanhoudende stress en energieverlies, zoals door werk of sociale verplichtingen. Hoe : Mensen met autisme zijn extra vatbaar door persoonskenmerken zoals perfectionisme, loyaliteit, en gedrevenheid, die veel energiekosten. Om een ​​burn-out te voorkomen, is het belangrijk om op tijd stresssignalen te herkennen, hulp te zoeken, en voldoende rust- en herstelmomenten in te bouwen.
  • Wat is een pervasieve ontwikkelingsstoornis (PDD-NOS)?
    Wie? Pervasieve ontwikkelingsstoornis, vaak aangeduid met de afkorting PDD-NOS (Pervasive Development Disorder Not Otherwise Specified), was een diagnose die werd gebruikt voor individuen die bepaalde kenmerken van autisme vertoonden, maar niet voldeden aan de specifieke criteria voor andere stoornissen binnen het autismespectrum. Deze diagnose werd vaak gesteld bij kinderen en volwassenen met een atypische presentatie van autisme. Wat? Pervasieve ontwikkelingsstoornis verwijst naar een breed scala aan ontwikkelingsstoornissen die de normale ontwikkeling van sociale en communicatieve vaardigheden beïnvloeden. PDD-NOS werd gebruikt om mensen te diagnosticeren die niet precies in de hokjes van andere autismespectrumstoornissen pasten, maar toch significante uitdagingen ondervonden in hun dagelijks leven. Waar? Deze diagnose werd internationaal erkend en gebruikt in de psychiatrische en psychologische gemeenschappen. In Nederland, net als in veel andere landen, was PDD-NOS een veelgebruikte term in medische en educatieve instellingen om de ondersteuning en behandeling te bepalen. Wanneer? Pervasieve ontwikkelingsstoornis werd voor het eerst geïntroduceerd in de jaren 80 en werd vooral gebruikt in de jaren 90 en vroege jaren 2000. Met de herziening van de diagnostische criteria in de DSM-5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) in 2013, is deze diagnose echter grotendeels vervangen door de bredere term "Autisme Spectrum Stoornis" (ASS). Hoe? De diagnose van pervasieve ontwikkelingsstoornis werd gesteld door professionals op basis van gedragsobservaties, ontwikkelingsgeschiedenis en soms aanvullende tests. Het stelde behandelaars in staat om individuen te identificeren die baat konden hebben bij interventies en ondersteuning, zelfs als hun symptomen niet volledig overeenkwamen met andere specifieke autismespectrumstoornissen. Met de komst van de DSM-5 werd de diagnose PDD-NOS geëlimineerd en samengevoegd onder de bredere diagnose van Autisme Spectrum Stoornis. Deze verandering erkent de variabiliteit binnen het spectrum en biedt een meer inclusieve benadering voor diagnose en behandeling. Dit heeft geleid tot een verbeterde toegang tot hulpbronnen en ondersteuning voor iedereen op het autismespectrum.
  • Wat is inertie?
    Wie : Inertie komt voor bij sommige mensen met autisme, waarbij ze moeite hebben om nieuwe stappen te ondernemen om hun routine te veranderen. Wat : Inertie in de context van autisme effectief naar de moeite om over te schakelen naar nieuwe activiteiten of taken. Dit kan voortkomen uit de sterke behoefte aan voorspelbaarheid en structuur die veel mensen met autisme ervaren. Het betekent niet dat ze geen nieuwe dingen willen doen, maar dat het lastig kan zijn om de eerste stap te zetten of van richting te veranderen. Waar : Inertie kan in verschillende situaties voorkomen, zoals thuis, op school of op het werk. Het kan gaan om dagelijkse activiteiten, zoals het starten van een nieuwe taak, aanpassen aan veranderingen in plannen, of zelfs iets simpels als opstaan ​​en ergens anders heen gaan. Wanneer : Dit kan vooral optreden bij veranderingen in routine, onverwachte gebeurtenissen of nieuwe genomen. Mensen met autisme kunnen meer tijd nodig hebben om zich aan te passen aan deze veranderingen. Hoe : Om iemand met autisme te helpen bij inertie, is het belangrijk om geduldig te zijn en een autismevriendelijke aanpak te behandelen. Dit kan door voorspelbaarheid en structuur te bieden, eenvoudige stappenplannen te maken en tijd te geven om zich aan te passen aan veranderingen. Steun en begrip kunnen helpen om het proces gemakkelijker te maken.

Stel jouw vraag

Laten we open zijn over geestelijke gezondheid, durf te vragen.

  • Facebook
  • Twitter
  • LinkedIn
  • Instagram

Dank voor jouw vraag

bottom of page